winkeltje-van-Diesch

Recept: zó maak je babbelaars

image/svg+xml

Van alle bekende Zeeuwse streekproducten is er eentje die wel héél bekend is. Je hebt ‘m vast wel eens geproefd: de zoete en overheerlijke babbelaar! Van deze karamelsnoepjes zijn er begin 19e eeuw allerlei varianten gemaakt, zoals de smaken citroen, boter, chocola en vanille, die ook over de grens richting België zijn gegaan. In dit blog vertellen we je alles over de babbelaar, en hoe je ze zelf kan maken.

Zó ontstond de babbelaar

Grappig weetje: de babbelaar is eigenlijk een snoepje ontstaan uit armoede. Als je bij iemand op bezoek ging, kreeg je in het eerste kopje koffie of thee suiker. Bij een tweede kopje was het goedkoper om er een babbelaar bij te presenteren, dan om weer een schepje suiker te pakken. De Zeeuwse boterbabbelaar dankt z’n naam aan het feit dat je er lang op moest zuigen tot het op was: je bleef dan langer op de thee, om meer te ‘babbelen’. In Zeeland had elke boerin wel een eigen recept dat werd doorgegeven van moeder op dochter. Elk weekend weer – kan je het je voorstellen? – stonden ze in de keuken om een voorraadje te maken voor die week. In de loop van de tijd zijn ook bakkers begonnen met het maken van babbelaars. Tegenwoordig vind je babbelaars op creatieve manieren terug: in ijs, repen chocola en likeur. En terecht, want ze zijn méga lekker. Wil je jezelf letterlijk onderdompelen in deze zoetigheid, dan kan je bij Bewegingsplein Westduin, gevestigd in het Strandhotel Westduin in Koudekerke, zelfs een babbelaarmassage boeken.

De babbelaars van Felix Diesch

Felix Diesch, een Zwitserse suikerbakker uit Zwitserland, begon in 1820 zijn winkeltje in suikerwerken in Middelburg. Het is niet bekend of hij gelijk al begon met het verkopen van babbelaars, maar wel dat hij de basis heeft gelegd voor het bedrijf JB Diesch, dat nu al drie generaties verder nog altijd de echte Zeeuwse boterbabbelaars maakt. De winkel is er nog steeds en is te vinden aan de markt van Middelburg.

Het winkeltje van Diesch - Middelburg

Bron: Wij zijn de Stad

De bekende blauwwitte blikjes

In 1925 krijgt de babbelaar een nieuwe marketingstrategie. Het allereerste blauwwitte blikje komt op de markt, met een plaatje van een Zeeuwse boerin in klederdracht op het deksel. Het is direct een groot succes. Zodanig zelfs, dat de bekende blikjes tegenwoordig zelfs collector’s items zijn.

Babbelaars, babelutten of suker spekn; het kan allemaal

Intussen heeft de babbelaar vele namen gehad. Want in Westkapelle werden ze ‘blokjes’ genoemd, maar in Nieuw- en Sint Joosland heetten ze ‘Kokienen’. Over het algemeen wordt er in Zeeland naar verwezen met ‘suuker spekn’, oftewel suiker spekjes. In België is de babbelaar bekend én geliefd onder de naam babelutten. Vroeger hoorde je ook nog ‘muilestoppers’, want toen waren ze ongeveer vier keer zo groot als de babbelaar van nu, dus daar had je best een mond vol aan.

Productie babbelaars

Hoe de babbelaar België veroverde

In 1850 begon Rosalie de Smedt met het maken van de babbelaars naar recept van haar moeder. Ze verkocht ze eerst op de markt en opende later door groot succes haar eigen winkel in het kustplaatsje Heist. De kinderen van rijke Engelse en Franse toeristen noemden haar algauw ‘mère Babelutte’, oftewel moeder Babelutte. Ook ontstond er een nieuwe traditie, die van vader op zoon werd doorgegeven: de snoepjes werden namelijk ook meegenomen aan boord door vissermannen, die heel de week op zee zaten en wel wat lekkers konden gebruiken. Ruim een eeuw later wordt het recept van Rosalie ontdekt door de familie Roelens. In 1970 besluiten ze nieuw leven te blazen in de winkel en hernoemen ‘m Moeder Babelutte, de winkels met de iconische blauwwitte gevels, die ontzettend populair zijn in de Vlaamse kustplaatsen.

Zelf aan de slag?

Ja, ook onze schrijver heeft trek gekregen. Je kunt babbelaars vinden bij Tourist Shop Yerseke, maar het is ook erg leuk om ze zelf te maken. Lees hieronder het recept!

Moeder Babelutte – 4 personen

  • 21 ml azijn
  • 40 ml water
  • 100 gram suiker
  • 15 gram ongezouten boter
  • 1 gram zout
  • 1 eetlepel boter om in te vetten

Breng in een pan met een dikke bodem de azijn en het water aan de kook. Voeg de suiker, boter en het zout toe. Laat de suiker al roerend oplossen.

Laat het in circa 15 minuten op laag vuur inkoken tot een dikke, lichtgekleurde massa ontstaat die draderig van de lepel loopt. Je kunt testen of het mengsel goed is door een druppel in een glas water te laten vallen. De druppel moet gelijk hard worden. Hoewel het zeer verleidelijk is om te proeven, raden we aan om daar nog even mee te wachten. Het mengseltje is dan namelijk zo’n 140 graden.

Intussen kan je de bakplaat invetten met de lepel boter. Schenk het mengsel daarna op de bakplaat en duw het met een spatel in één lange lijn. Laat het net genoeg afkoelen om vast te kunnen pakken. Dan snij je de reep in kleine blokjes, die je laat afkoelen. Klaar!

Ga jij de babbelaars ook zelf maken? Deel dan een foto met de Tourist Shop Yerseke via Instagram of Facebook. Geniet ervan!

image/svg+xml
Copyright Tourist Shop Yerseke 2024 | Sitemap | Privacy Policy | Realisatie: Steketee Online