Yerseke ligt in de gemeente Reimerswaal, net als onder andere Hansweert, Krabbendijke en Kruiningen. Wie goed naar de kaart van Zeeland kijkt, vindt al deze plaatsnamen terug in Zuid-Beveland. Alleen de naam Reimerswaal zelf ontbreekt. Het kan niet anders, dan dat daar een bijzonder verhaal bij hoort. En dat klopt ! Dát verhaal, over de verdronken stad Reimerswaal, ontdek je in het Oosterschelde Museum in Yerseke, evenals de geschiedenis van achttien ‘verdronken dorpen’.
In ons waterrijke land zijn in de loop der eeuwen veel dorpen in Zeeland en West-Brabant verdwenen. Ze staan bekend als ‘verdronken dorpen’. Het Oosterschelde Museum heeft een speciale plek ingericht voor de verdronken stad Reimerswaal. Een maquette van deze stad herinnert aan de rijke glorietijden van de Oosterschelde. Ooit was Reimerswaal, na Middelburg en Zierikzee, de derde stad van Zeeland. Zoutwinning, meekrapteelt en wolnijverheid vormden de voornaamste bestaansmiddelen. Er was een bloeiende handel met Engeland, Frankrijk en het Oostzeegebied. In 1633 werd de stad echter verzwolgen door het water.
Het verhaal van Reimerswaal is bijzonder, want er wordt gezegd dat de inwoners het onheil eigenlijk over zichzelf afriepen. Ze groeven namelijk de grond rondom de stad af, om het toen zeer kostbare zout te winnen. Het afgraven van veen, ook wel moernering genoemd, gebeurde in heel Zeeland. Zeeland was zelfs de zoutleverancier van Europa. Natuurgebied Yerseke Moer getuigt nog van die periode. Want waar het veen was weggestoken, werd de afgegraven deklaag van klei weer slordig teruggegooid. Deze moernering heeft de Yerseke Moer het hollebollig uiterlijk gegeven. Met het afgraven van grond kreeg de Oosterschelde vrij spel. Op zaterdag 5 november 1530, een dag die bekend staat als quade saterdach, werden grote delen van het land rond Reimerswaal weggeslagen. Reimerswaal zelf bleef tijdens deze Sint-Felixvloed nog wel bestaan, maar niet voor lang. Twee jaar later sloeg het noodlot definitief toe, toen een nieuwe stormvloed de stad voorgoed afsneed van Zuid-Beveland. Doordat het steeds moeilijker werd om handel te drijven, raakte Reimerswaal in verval. Nieuwe vloedgolven sloegen steeds meer delen van het eiland weg. Veel inwoners vluchten naar Tholen en Zierikzee. Toen tijdens de Tachtigjarige Oorlog de stadsbestuurder voor de kant van de Spanjaarden koos, brandden de geuzen de stad plat. De ruïnes van Reimerswaal verdwenen begin 18e eeuw in de golven.
Restanten van Reimerswaal waren tot de jaren tachtig van de twintigste eeuw in het water te zien. Toen de Oesterdam tussen Zuid-Beveland en Tholen gereed kwam, werden ook deze laatste overblijfselen aan het oog onttrokken. Sinds die tijd ligt een deel van Reimerswaal onder een laag asfalt van het talud van de Oesterdam. Het ‘Pompeï van Nederland’ is sinds 2017 een rijksmonument. Deze monumentale status beschermt het stukje verborgen verleden tegen schatgravers en moderne bouwprojecten. Wie er oog voor heeft, kan bij zeer laag water de resten soms nog zien.
Met archeologische vondsten, kaartmateriaal en andere overblijfselen toont het Oosterschelde Museum de opkomst, het leven en werken en het verval van de stad Reimerswaal. Tourist Shop Yerseke organiseert desgewenst een aantrekkelijk arrangement, waarbij je na afloop van het museumbezoek bijvoorbeeld kunt gaan genieten van een portie verse mosselen of oesters.